Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in de groep. Zo kunnen kinderen van elkaar leren. Ieder kind ervaart hoe het is om de jongste te zijn en hulp nodig te hebben, en hoe het is om de oudste te zijn en anderen te kunnen helpen. Een kind dat zich iets langzamer ontwikkelt, kan zelfvertrouwen opdoen door een jonger kind te helpen. Ook verdiepen kinderen hun kennis wanneer ze jongere kinderen helpen. Door te zien wat oudere kinderen doen, krijgt een kind dat zich juist wat sneller ontwikkelt uitdaging.
We hebben gekozen om combinaties te maken van twee leerjaren: groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6 en groep 7-8.
Binnen het montessorionderwijs is het niet vanzelfsprekend dat een jaargroep acht basisschooljaren bij elkaar blijft. Aan het einde van elk schooljaar schuiven de oudste kinderen door naar een andere bouw. Op dat moment kijken we naar de best mogelijke leeromgeving voor ieder kind, waarbij welbevinden en betrokkenheid van doorslaggevende betekenis zijn. Bij de herverdeling van de groepen kijken we ook naar onderwijskundige, pedagogische en getalsmatige factoren.
De gedachte achter onze groepsnamen willen wijj jullie niet onthouden:
Vanuit onze montessorivisie hebben we gekeken naar de fasen waarin kinderen zich bevinden in een kleuter/onderbouw (het jonge kind), middenbouw en bovenbouw. We gaan altijd uit van het kleinere deel naar het grotere geheel. Jonge kinderen zijn ontdekkers, daarna worden kinderen verkenners en uiteindelijk krijgen de kinderen vrijheid om hun verantwoordelijkheid te kunnen gaan nemen.
We hebben gekozen voor dieren die rondom de Oosterplas leven.
Kleuterbouw
De kleinere dieren, we hebben gekozen voor insecten: Libellen, Bijen, Vlinders en Lieveheersbeestjes.
Onderbouw
Dieren die rondom het water leven, verkennen de wereld om zich heen: Eenden, Kikkers, Vissen en Zwanen.
Middenbouw
Dieren die op het land leven. Gaan de wereld verkennen maar keren terug naar hun hol: Bevers, Konijnen, Otters en Eekhoorns.
Bovenbouw
Dieren die in de lucht vliegen. Vogels zoeken hun eigen weg, hebben het overzicht in de lucht en nemen hun eigen vlucht. De kinderen vliegen uiteindelijk uit: Eksters, Merels, Spechten en Uilen.